Warm voorjaar, de zakpijpen zijn allen in het klein aanwezig. Veel kwalletjes van hydropoliepen in het water.
Kwalletjes van de hydropoliep Eutonina indicans massaal in de Waddenzee
Het fotograferen van deze kwalletjes moet beter kunnen. Het determineren valt ook niet mee, ik dacht dat ik met de teksten en tekeningen van Arnold Tulp in het Zeepaard, en met het Leptolida boek van Vervoort en Faasse, verder zou komen. Maar dankzij Godfried en Marco weet ik nu welke het is.
De kwalletjes hebben kronkelige gonaden (geslachtsorganen) van verschillende diktes. Deze kwalletjes komen niet zo vaak voor in de Wadenzee (Ates, 2003; Zeepaard (14) 110-119) en Arnold Tulp zag ze meerdere malen (Zeepaard archief) maar Marco meldt op dit moment meerdere meldingen.*
Op de laatste foto het veel gewonere klepelklokje (Sarsia tubulosa), deze kwam in wat lagere aantallen voor aan de Wadkant.
* Deze Eutonia's kwamen even later ook masaal voor in in de Oosterschelde (Ron Ates in Het Zeepaard 74 (5)).
Eutonina indicans ook op het Noordzeestrand
Stom, alleen een broodzakje bij me, de meeste kwalletjes die ik op het strand verzamelde zagen er niet uit toen ik thuis kwam. De linker is ook Eutonina indicans. En een platte soort zonder zichtbare radiare kanalen, te groot voor de binoculair, sorry voor de foto.
Veel gladde zeerupsen (Harmothoe imbricata) op de bakstenen waaraan de SETL-plaatjes vast zitten.
Havenzicht en pyamawormpje
Twee havenfoto's met zakpijpen en sponzen. En eindelijk een wat rustiger pyamawormpje (Plagiostomum vittatum) voor op de foto.
Gorgelpijp (Ectopleura larynx)
Ze blijven fotogeniek.
Borstelwormen
Een slijmkokerworm (Neoamphitrite figulus) (bevestigd door Godfried1), een vermoedelijke Nereis pelagica juveniel (Godfried2) en een gladde zeerups (Harmothoe imbricata) en weer eens een kop van een veelkleurige zeeduizendpoot (Hediste diversicolor).
1 3 paar boomvormige dichotoom vertakte kieuwen op segment 2-4./2 paar grote flappen opzij op segment 2 en 3, 1 klein paar op segment 4. 28 segmenten in de thorax. Nephridiaalpapil t/m 19e segment.
2 Proboscis helaas ingetrokken, maar op grond van de korte tentakelcirren (tot 2e segment) en de lange dorsaalcirren. Het is een soort die ook op wrakken op de Noordzee zit, een hardsubsoort dus.
Piekjesspons en een NIOZ boot
De piekjesspons (Hymeniacidon perlevis) die zich vorige jaar op de baksteen vestigde doet tussen het zakpijpgeweld nog steeds goed. Als je een piekje eraf trek dan blijkt deze rood van onder, handig bij het determineren. Maar ontbreken van rood zegt weer niet alles, deze spons komt in meerdere gedaantes voor.
Verder een grappige ontmoeting. Terwijl ik nog wat in het water kijk komt er een bootje aanvaren met Lodewijk van Walraven (onderzoekt kwallen op het NIOZ) en nog een heer erin. Ze blijken op zoek naar kwalpoliepen. Waarom hier? Omdat ik in juli 2010 in deze haven bijzondere kwalpoliepen vond. Deze poliepjes waren eerst bij DNA analyse voor oorkwallen aangezien maar Lodewijk vertelde nu dat dit bij heranalyse waarschijnlijk niet klopt. Het is nog in onderzoek maar waarschijnlijk zijn het de enige tot nu toe gevonden kwalpoliepen die niet van de oorkwal zijn.
Een bijzondere aankomst. In de luwte naast de loopbrug kroop een jonge grijze zeehond.
Grijze zeehond en SETL plaatjes
Een jonge grijze zeehond (Halichoerus grypus). Er werd me verteld dat deze twee weken eerder in de haven geboren was en regelmatig door moeder werd gevoed.
De SETL plaatjes zagen er wel kleurig uit met o.a ook Nieuwzeelandse zeepokken en de (zigzaggende) zeedraad (Obelia dichotoma).
En maar eens een foto van de buisjes van de slijmkokeworm (Neoamphrite neem ik aan) die op de bovenkant van SETL plaatje te vinden zijn.
Mosdiertjes
Bugula mosdiertjes vind ik hier niet veel. Nu waren er toch weer eens enkele te vinden (Bugula stolonifera. Ze waren nogal overwoekerd, de avicularia bewogen ook niet meer.
Onze paarse geleikorst (Botryllus schlosseri) blijkt aardig te kunnen poepen.
Slijkgarnaaltjes
De buisjes van de slijkgarnaaltjes (Monocorophium insidiosum) zijn dit keer op mosdiertjes spaarzaam en daardoor mooi individueel te zien.
De beestjes komen er regelmatig uit, filteren wat voedsel uit het water, schrapen met antenne2, gnathopoden en pereopoden langs de mond en schieten weer in hun buis.
Even later herhalen ze dit proces.
Daarbij valt op het dier telkens ten opzichte van de vorige keer in een andere richting uit de buis komt. Zelf bekijken? Bekijk het op dit filmpje
Dode vogel op het strand
Op het strand langs de vloedlijn een dode vogel van zo'n 20 cm lang. Met een opvallend forse, zijdelings agfgeplatte, snavel.
We kwamen er niet uit, na een mailtje aan de zeevogelexpert Kees Camphuysen kwam de oplossing: een papegaaiduiker in eerste winterkleed.