Van de koloniale zakpijpen is alleen de druipzakpijp (Didemnum vexillum) op de baksteen te vinden. Ondanks de voortdurende kou zijn Caprellla mutica en Corophium insidiosum volop actief. Ik wil ook graak kreeftenzymen in mijn lijf.
Spons
Deze korstvormende spons met omhoogstaande uitstulpingen werd in 2011 voor het eerst in de Waddenzee gevonden door Arjan Grittenberger. Locatie: in deze jachthaven op Terschelling, hij was me voor. Het exemplaar van Hymeniacidon perlevis van 5 cm doorsnede groeide op de baksteen. Voor de volledige determinatie ook naar de spicula (kiezelnaalden) gekeken. Het zijn styles: dun en lang, soms krom, aan een kant puntig en aan de andere kant afgerond. Klopt.
Afdruk
Welke zeepok(?) laat zo'n mooie spiraal achter op een mossel?
Veel kleine glanzende bolzakpijpjes en vreemd genoeg geen Botrylloides violaceus. En nu weer wel een goed Wakame jaar. Een nieuw drijvend steigertje in de grote haven maakt Ectopleura larynx eindelijk bereikbaar.
Molgulas als noppenplastic over SETL plaatjes
Op de SETL plaatjes in de jachthaven zat, over de zeepokken die zich vanaf maart hadden ontwikkeld, een laag zakpijpjes. Eerst herkende ik ze niet maar het bleken onze glanzende bolzakpijpjes (Molgula sp.). In Zeeland hoorde ik dat dit soort bubbellagen daar ook werden waargenomen. Een opengesneden, de loop van de darm is goed te zien, ter controle door Arjan Gittenberger.
Gorgelpijppoliepen van een nieuw steigertje
In mijn foto-enthousiasme niet gekeken of de stelen vertakt waren maar het lijken me gorgelpijppoliepen (Ectopleura larynx), fotogeniek! Rood zijn de blastocylen waarop de witte, eivormige, gonoforen (geslachtelijk, gereduceerde medusa) zitten. Als ik het goed begrijp zijn de (eivormige) gonoforen op de eerste foto vrouwelijk, want de blastocyl waar ze aan zitten is een maal dichotoom vertakt. De mannelijke gonoforen op de andere foto's worden als 'langgerekt eivormig' omschreven.
Kreeftachtigen
Voor het mooi een Caprella bulb, een Jassa marmorata, Gammarus determinatie volgt nog.
Kokerworm met verassing
Aan de drijvende steiger op zo'n 10 cm diepte zat een kokerworm. De stevige slibachtige koker was meer dan 5 cm lang. Godfried determineerde de worm, het bleek een Neoamphitrite figulus. He, dat is een bekende, de slijmkokerworm die zijn lange tentakels over de bodem uitspreidt zoals duikend in Zeeland te zien. Maar hij had ook een verassing, in de koker bleek een commensaal te leven, een 6 mm lange gekroesde zeerups (Gattyana cirrhosa). Dat is de tweede zeerups ook de gladschubbige zeerups (Harmothoe imbricata) kwam ik deze dag weer tegen. Eerder ook de geschubde zeerups (Lepidonotus squamatus).
Begroeing op de steigers
Twee foto's vanaf de kant. Heel veel Ciona intestinalis, een SETL plaatje zat er helemaal vol mee. (Tegelijkertijd in Harlingen veel Molgula).
Twee bekenden en een Chromista soort
Caprella mutica, de achtergrond blauw gemanipuleerd, dan lijkt het heel wat.
Bij de glanzende bolzakpijp zijn, door de bovenste laag heen, de zooiden met rode voortplantingscellen weer goed te zien.
Op een zeepok zaten onbekende bruine zakjes op steeltje, grootte ongeveer 0,1 mm. Eentje lijkt "uitgekomen".
Het blijken Allogromia ovoidea uit het Rijk van de Chromista te zijn.
Met dank aan Godfried die ze uit de Noordzee kent. Bedoelde Job Baster deze soort met zijn "sterk vergrote celletje", afbeelding V.a. op deze plaat?.
Basters exemplaar heeft een indeuking in de lengterichting, het exemplaar iets boven het midden ook.
De spons Hymeniacidon perlevis breidt zich uit, je ziet hem vaker langs de drijvende steiger.
Kelkdiertjes (Pedicellina cernua)
Op een van de mosdierstruikjes (Scrupocellaria scruposa) zat een kolonie kelkdiertjes (Pedicellina cernua). Deze kelkdiertjes zijn knikkebolletjes, ze laten hun kelken vaak plotseling hangen waarna ze weer omhoog komen. Kelkdiertjres behoren tot de Entoprocta wat 'binnen anus' betekent, dit omdat hun anus zich binnen de tentakelkrans bevind. Helaas, de beestjes zijn erg klein, een scherpere foto lukte me niet.
Poliep van het klepelklokje (Sarsia tubulosa)
In een struikje rode alg (Polysiphonia sp.) zat een poliep die ik nog niet eerder vond, die van Sarsia tubulosa. Volgens Arnold Tulp (Zeepaard 21 (7/8)) kunnen (konden?) de dijkvoeten van de Waddenzee roserood zien door poliepen. He, he zie ik er ook eens een poliep van deze soort die als meduse vaak te zien is in de Waddenzee. Een klein exemplaar (1 cm.) maar het is nog vroeg in het seizoen.
Twee kreeftachtigen en rondwormen
Een rode, wat gebandeerde copepode die in Scropucellaria zat. Het streven is om de dieren in hun natuurlijke omgeving te laten zien, deze Monocorophium insidiosum zit rustig in zijn zelfgemaakte buis op een mosseltje.
Een zeer lastige groep die we meestal maar overslaan zijn de rondwormen (Nematoda. Hierbij twee foto's van rondwormen die in een spons (Hymeniacidon perlevis) zaten.
Bij de westelijke dijk Gammusus crinicornis
Niet in de jachthaven maar bij de strekdam ten westen van de veerhaven enkele vlokreeften verzameld. Ze bevonden zich met laag water onder stenen in deze zandige ongeviung. Details wijzen op Gammarus crinicornis. Een te verwachten soort in een zandige omgeving aan de eilandenkant van de Waddenzee.
Details: Een keurige borstel op het eerste mandibel. Binnentak van uropode 3 even lang als de buitentak. Basis segment van 7e poot (pereiopode) steekt niet sterk uit tov het volgende segment in de 'posterodistale' hoek en bevat een paar stekels.
De basis van de poot 7 is weinig langer dan kort en op twee segmenten (merus en carpus) van die poot zitten wel stekels maar geen setae (een soort haren). Op het tweede antennepaar van een van de exemplaren (w.s. mannetje) zaten lange setae.