2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018

Micro sublitoraal

Terschelling 2012


Terschelling 8 juni 2012

In tegenstelling tot vorig jaar is het weer een goed Wakame jaar. Ook zijn er weer erg veel spookkreeftjes Caprella mutica en neemt de grote buisjesspons Leucosolenia somesi toe. Exoten alom.

Hydropoliepen

In de haven ligt een anonieme boot waarop een grote hoeveelheid gorgelpijppoliepen Ectopleura larynx groeien. In de jachthaven, net als in Harlingen, groeit de hydropoliep Gonothyraea loveni met vastzittende kwalletjes. Deze soort komt zowel voor in het brakke water van Harlingen als hier, echt euryhalien.


Tub_boot  Ectopleura_larynx  Gonothyraea_loveni  

Op een Ulva blad

Op een Ulva blad zatten kleine knobbeltjes, beginnende kolonies van Botrylloides violaceus. De gebandeerde platworm Plagiostoma vittatum was weer veel te snel. Hier langgerekt, op 17 juni 2011 kwam hij juist kort en breed op de foto.. Jonge mosseltjes van deze leeftijd hechten zich soms aan wieren maar veel liever aan draadachtige structuren zoals hydropoliepen.


Botrolloides_violaceaus  Plagiostoma_vitatum  Mytilus_edulis_pediveliger  

Mossel pediveliger larven

Deze mosseltjes van ongeveer zijn vermoedelijk in het pediveliger stadium. Opvallend is dat ze nogal vaak in de 'oksels' van hydropoliepen zaten. Misschien om dat het water sterk bewoog door de wind? In dit stadium kruipen de larven rond met behulp van hun voet waarbij ze door middel van een slijmlaag (mucus) aan de ondergrond hechten. Regelmatig verhuizen ze, al groeiende verhuizen ze naar draadstructuren van toenemende grootte (Dit is al in 1958 geconstateerd in het oude Zoologisch Laboratorium in Den Helder). In het volgende stadium metmorfoseren ze tot juvenielen en beginnen ze byssusdraden te vormen om zich vast te hechten.


Mytilus_edulis_pediveliger  Mytilus_edulis_pediveliger  Mytilus_edulis_pediveliger  

Enkele soorten

Een borstelworm op een hydropoliep. En waarschijnlijk een cyprislarve van een zeepok van ongeveer 1 mm (met dank aan Marco Faasse). De foto is sterk bewogen, wel zijn de zwembewegingen van de pootjes te zien.
Naaktslakken zetten hun eikapsels af. Het lijkt me een knuppelslaksoort (Eubranchus sp.)


borstelworm  ostracode  Eubranchus_sp  Eikapsel  

De grote buisjesspons

Op 17 juni 2011 twijfelde ik nog maar de witte buisjessponzen zijn nu zo fors dat het alleen Leucosolenia somesii, een recent in Nederland aangekomen buisjesspons, kan zijn. Op de rechter foto is te zien dat buisbewonende soorten (vermoedelijk Monocorophium insidiosum) er zo weer een mooie plek bij hebben.


Leucosolenia_somesi  Leucosolenia_somesi  

Gammarus crinicornif of G. locusta

Vier vlokreeften verzameld. Twee vrouwjtjes met eitjes van ongeveer 14 mm en twee kleinere. Determinatie van de vrouwtjes, wat gevaarlijk is, komt uit op Gammarus locusta de duidelijke hobbels met stekeltjes bovenop het acherlijf (derde foto) zijn karakteristiek.

Details: Een keurige borstel op het eerste mandibel (tweede foto rechts). Binnentak van uropode 3 ongeveer 90% van de buitentak (derde foto links). Basis segment van 7e poot (pereiopode) steekt niet sterk uit tov het volgende segment in de 'posterodistale' hoek (onderhoek op vierde foto). Determinatie komt uit op Gammarus locusta of G. crinicornis. (Noot: zie maart 2017 voor zeker G. crinicornis)


Gammarus  Gammarus  Gammarus  Gammarus  

Terschelling 7 september 2012

Het blijkt ook een een goed Molgula jaar te zijn, zowel hier als in Harlingen.

Mosdiertjes

Al vaker vond ik Scrupocellaria. Op de linker 'stack'foto, samengesteld uit foto's bij verschillende scherptedieptes zie je mooi de laterale avicularia (kelkvormig) die bij dit geslacht horen.
Naast de al eerder gevonden Bicellariella ciliata (10-9-2010) vond ik nu een ander struikvormog mosdiertje. Het blijkt Bugula stolonifera. Op steeltjes zijn de voor Bugula typische vogelkopvormige avicularia te zien. Darwin schreef al op dat deze avicularia een beschermende functie hebben, bij een review in 1984 bleek er weinig meer bekend. De video laat zien dat de avicularia vrij onduidelijk om zich heen pikken.

Bugula stolonifera is niet spiraalvormig. Anders dan B. simplex zitten er 2 stekels aan buitenste hoek van zooid. Avicularia zitten i.t.t. bij B. plumosa niet uitsluitend aan buitenrand.


Scropucellaria  Bugula_stolonifera  Bugula_stolonifera  

Mosseldiertje

Mosseldiertjes (Ostracoda) vormen een aparte klasse van kleine kreeftachtigen. Ze worden omgeven door twee kleppen, dat verklaart hun naam. Dit exemplaar vkroop snel rond op hoorntjeswier (Ceramium sp.) Deze soort vergroot zijn gelijkenis met mossels door de kleur van zijn schelp. Uitgaande van de algemenere soorten zou het, gezien kleur en vorm, Paradoxostoma variabile kunnen zijn.


Ostracode  

Terschelling 14 december 2012

Overal krioelt het weer van de Caprella mutica. Om nieuwe soorten te vinden moet ik thuis stevig uitvergroten.

Visje en zakpijpen

Op de baksteen bij het setl-plaatje zat een visje. Vermoedelijk een jong meuntje met zijn losse eerste rugvin. (Godfried bedankt)
Op de middelste foto is competitie om ruimte te zien tussen een exoot (Botrylloides violaceus) en een inheemse soort (Botryllus schlosseri).
Op de foto van deze doorzichtige zakpijp is vermoedelijk de kieuwkorf te zien. Maar de streejes vanuit de instroomopening horen hier niet bij.


Meuntje  Botrylloides_vs_Botryllus  Cyona_intestinalis  

Jassa en vage kleine opdondertjes

Zo vaak zie ik ze niet, hier is weer een Jassa marmorata.
Dan twee foto's van veel te kleine en beweeglijke diertjes, vaag dus. Het eerste opdindertje is een oranje-witte zeemijt (Halacaridae) die drie ogen lijkt te hebben. De vorm van het bewegelijke diertje lijkt op die van een snuitkever. De tweede is een zeer kleine witte platworm die rondjes zwom. Oppervlakkig lijkt hij op spookje. Behoort wellicht tot de orde Prolecithophora, niet platte, kleine platwormen. Plagiostoma vittatum hoort ook bij orde. Marco Faasse wordt in beide gevallen bedankt voor de informatie.

Jassa_marmorata  OCrustacae  Platwormpje  

Geschubde zeerups

Op 9 september 2011 had ik (waarschijnlijk) een exemplaar van de geschubde zeerups (Lepidonotus squamatus). Deze was wit met chaotisch verspreide stippen. Bij deze heb ik wel het aantal paren elytra ofwel platen geteld, 15. Dit is het aantal dat je bij deze soort zou verwachten.


Lepidenotus_squamatus  






Micro Home